Teun Toebes Theatervoorstelling

Gepubliceerd op 22 september 2024 om 15:03

Een tijdje geleden zag ik op televisie een item over Teun Toebes, een jonge gozer die bij dementerende mensen in een verpleegtehuis woont. Op een gesloten afdeling (waar hij uiteraard zelf wel de code van heeft). Het raakte mij. Door de liefdevolle en menselijke manier waarop hij met zijn huisgenoten omgaat. Maar ook door het besef dat je dus zomaar de pech kunt hebben dat deze ziekte je treft. En dat je dan zomaar de zeggenschap en regie over je eigen leven kunt kwijtraken. Dat, ook al heb je misschien als individu nog allerlei mogelijkheden, voor jou dezelfde regels en beperkingen gelden als voor alle anderen met dezelfde ziekte, ongeacht in welk stadium je zit of op wat persoonlijk voor jou van toepassing is. Ik vond dat behoorlijk beangstigend. Sowieso helpt een angststoornis dan ook niet echt mee. En ja, ook mensen met een angststoornis krijgen dementie. Ik kan me zo voorstellen dat je met dementie hoe dan ook met angsten te maken krijgt. Anyway, ik googelde wat op Teun Toebes en zo kwam ik bij zijn theatervoorstelling terecht. De kaartjes waren snel geboekt.

Samen met mijn moeder in de auto onderweg naar de voorstelling bekroop me de ‘waarom doe ik dit ook alweer’ gedachte. Theatervoorstellingen roepen altijd een bepaalde spanning bij me op. Ergens op de website had ik gelezen dat laatkomers niet meer naar binnen mochten. Zou dat betekenen dat de deur op slot zit? Mijn rationele kant veegt dit gelijk van tafel. Dat kan natuurlijk niet, je moet wel naar buiten kunnen (toch?) Als we de zaal in lopen kijk ik of ik ergens een medewerker zie. Dan kan ik het gewoon even vragen. Beter heel even ongemakkelijk een vraag stellen, dan de hele voorstelling ongemakkelijk zitten. Maar ik zie geen medewerker. Ik zie wel nooduitgangen aan de zijkant van de zaal. ALLEEN OPENEN IN GEVAL VAN NOOD. Dus als de gewone deur op slot zit, kan ik altijd nog daardoor. Maarja, ik zie mezelf al panisch aan die deur rammelen terwijl de hele zaal mij aangaapt. Dus dat is wel echt in geval van uiterste nood. Gelukkig heb ik wel plaatsen aan de zijkant gekozen.

De voorstelling begint. Ik voel me gespannen, maar de afleiding werkt goed. Ergens heb ik mezelf ervan overtuigd dat die deur van binnen naar buiten gewoon open kan en ik relax zowaar een beetje. Teun slingert een kubus microfoon de zaal in voor wat interactie met het publiek. Hij stelt vragen als: ‘wat zou voor jou belangrijk zijn als je zelf dementie krijgt’ en ik merk dat ik daar wel een antwoord op heb. Ik voel ook dat ik wel open durf te zijn als die microfoon mijn kant op zou komen. Dat besef geeft al een beetje ruimte. Maar dan zegt Teun: ‘Wij zitten hier maar anderhalf uur opgesloten. En ook nog vrijwillig.” BAM. Ik móet weten of die deur gewoon open kan. Ik moet normaal doen. Ik moet niet de aandacht op me vestigen. Mijn handen voelen klam. Mijn middenrif verkrampt. Ik probeer te tellen terwijl ik in en uit adem. Hoe moet het ook alweer met die seconden? 3-6-9? 3-4-7? Ik weet het niet meer en de focus op mijn ademhaling maakt het gespannen gevoel niet beter. Maar zie die focus er nu maar weer eens af te krijgen. Ik heb het bloedheet en kijk onrustig om me heen. Wat als ik naar de deur loop en hij blijkt toch op slot te zitten? Dan moet ik ook nog terug de zaal in.

Net als ik echt in paniek begin te raken besluit Teun een einde aan de voorstelling te breien. Ik haal opgelucht adem, ik heb het weer overleefd.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.