
Vakantie. Ja, leuk… toch?
Vakantie. Voor veel mensen iets om naar uit te kijken. Even eruit, ontspannen, nieuwe plekken zien. Voor mij was het jarenlang vooral: stress, vermijding en een hoofd dat overuren draaide. Terwijl het ooit heel normaal begon.
Vroeger: Oostenrijk en onbezorgdheid
Vroeger, toen we nog met de hele familie op vakantie gingen, was Oostenrijk vaste prik. Volgeladen auto’s, hele familie mee. De klassieke ‘gezellige chaos’. Eerlijk gezegd herinner ik me er niet veel van, behalve dat ik het – afgaand op foto’s en brieven van penvriendinnen – best naar m’n zin had.
Puber: vakantie on hold
Tijdens mijn puberjaren was vakantie er niet meer bij. Het waren roerige jaren en op reis gaan was gewoon geen optie. En gek genoeg vond ik dat toen ook niet raar. Het kwam gewoon niet eens in me op.
Behalve die ene keer. Een skivakantie met de eigenaren van mijn verzorgpaard; dat beeld zit nog wel ergens in m’n geheugen gegrift. Maar bij die uitzondering bleef het.
De eerste keer weer op pad (en op het randje van instorten)
In m’n twintiger jaren ging ik weer eens. Met mijn toenmalige vriend naar Turkije. De eerste keer vliegen. Achteraf gezien zat ik toen al flink tegen een burn-out aan – al had ik dat zelf nog helemaal niet door. Ik kan me niet voorstellen dat ik superleuk reisgezelschap was, maar het fijne weet ik er niet meer van. Ik was in ieder geval nog niet bang. Terug in Nederland klapte ik volledig onderuit. Paniek en angst deden hun intrede, en vakantie verdween van de radar. Ik was al blij als ik de supermarkt haalde.
Als mensen ernaar vroegen hield ik het bij de verklaring: ‘vakantie = niet handig met de honden en de paarden’. Wat ergens ook waar was. Maar het was niet dé reden. De echte reden was dat ik alle vertrouwen in mijn lichaam kwijt was. Dat ik me bij tijd en wijle niet kon herinneren hoe ik ook alweer adem moest halen. Dat ik doodsbang was om daarop te focussen. En er daardoor juist op ging letten en er een zooitje van maakte. Dat dat een obsessie werd en een vicieuze cirkel. Dat ik voor mijn gevoel in een horrorfilm beland was die alleen maar bestond uit ademen en proberen niet in paniek te raken. Om vervolgens de controle kwijt te raken, in paniek te raken en weer overnieuw te beginnen. Dag in dag uit. Ik kon niet meer ontspannen. Niet slapen. Nouja, lang verhaal kort: Geen ruimte voor ontspanning, laat staan voor vakantie.
Angst + auto = avontuur?
Toen kwam er een nieuwe relatie. Ook niet de meest gezonde, maar goed – afleiding is ook wat waard 😉 Hij had oude auto’s. Roadtrips dus. Geen trein, geen vliegtuig. Gewoon rijden. Ik vond dat ik dat moest kunnen. Dus ik ging. Met een doos oxazepam en genoeg alcohol voor onderweg (‘gezellig’).
Zolang we in de auto zaten ging het redelijk. Maar zodra we ergens waren en gingen wandelen, sloeg de paniek keihard toe. Vijf keer weggeweest, vijf keer vooral overleven. Maar ook prachtige plekken zien, in Italië, Frankrijk, Zwitserland. En een hoop lol beleven samen ondanks de stress.
Wat me opviel: het werd er niet beter op. Waar ik in het begin nog mee durfde met een buitenrit te paard (vraag me niet hoe), durfde ik later nauwelijks de camping af.
Frankrijk: confrontatie op de camping
In een volgende relatie reisde ik nog een keer af naar Zuid-Frankrijk. Aan de Spaanse grens. Daar merkte ik pas echt hoe heftig het was geworden. Ik vond het al moeilijk om het hele campingterrein over te lopen naar de receptie. Naar het strand wandelen? Paniek.
Wat me wel opviel: als ik alleen was, ging het beter. ’s Ochtends vroeg een rondje hardlopen naar het strand? Geen probleem. Zodra er iemand bij was, kwam het gevecht. En vooral als dat iemand was die mijn 'gedoe' een beetje irritant of zelfs gênant vond. Een groot deel van het probleem was ook dat ik de angst probeerde te verbergen. Want ik wilde niet die zeikerd zijn die alles eng vindt. En probeer dan maar eens uit te leggen dat je eigenlijk niks eng vindt, behalve je eigen interne op hol geslagen alarmsysteem dat een eigen leven leidt.
Overlevingstactiek voor de vakantie: veel aan het water bivakkeren met een drankje. Dat is overigens lang mijn oplossing geweest, de boel een beetje verdoven, zodat het allemaal te handelen blijft. Voor iedereen.
Tot slot
Fast forward naar een jaar of 2 geleden. Geen relatie. Een hoop innerlijk werk verricht. Hoe zou het zijn om op vakantie te gaan en gewoon te voelen wat ik voel? Om me gewoon angstig te voelen als dat zo is en niet een masker op te zetten. Maar ik merk dat ik het niet fijn vind als er iemand bij is, omdat ik het gevoel heb dat angst dan het hele thema van de vakantie is als ik het niet verberg. En dat ik daarmee ook de vakantie van iemand anders verpest (en ik hoor zelf ook hoe stom dat eigenlijk klinkt).
Ik vraag me af of het een goed idee is om alleen op vakantie te gaan. Na alle struggles met de trein ben ik eerst van plan om daarmee op pad te gaan. Maar om het ook nog een klein beetje relaxed te houden wordt het toch de auto. Mijn 25 jaar oude bakkie zonder airco en met gebruiksaanwijzing.
Naar Denemarken. Was het makkelijk? Nee. Werd het een soort magische solo-vakantie waarin ik mezelf helemaal vond? Ook niet. Maar ik ging. En maakte keuzes die op dat moment goed voelden.
Naar Oostenrijk. Dat meisje van vroeger, op de achterbank van een volgeladen auto, zou trots zijn.
Lees er hier over verder!
Reactie plaatsen
Reacties