Verhuizen

Gepubliceerd op 30 juni 2025 om 08:05

 

Ik ben vaak verhuisd. Ik schrok zelf van het aantal keren toen ik een keer een uittreksel bij de gemeente op had gevraagd. Steeds weer een nieuw huis, een nieuwe omgeving, een frisse start. Ik zag het altijd als een nieuw begin, een mogelijkheid om het anders te doen, beter. Alsof ik mezelf telkens opnieuw kon uitvinden.

Maar wat ik me toen nog niet besefte, is dat ik mezelf altijd meeneem. Je bent niet ineens iemand anders op een nieuwe plek. Tuurlijk zijn er veel factoren die invloed hebben, maar angst verdwijnt niet ineens als sneeuw voor de zon.

Elke keer dacht ik dat de verandering van buitenaf ook iets in mij van binnen zou veranderen. Dat een nieuwe plek misschien zou betekenen dat ik daar wél rust zou vinden. Of vrijheid. Of een gevoel van ‘thuis’. Of dat ik dingen ineens heel anders aan zou gaan pakken. Maar het bleef uit. Want hoe vaak ik ook mijn spullen inpakte en ergens anders neerzette – de onrust bleef. De angst bleef.

Pas later viel het kwartje: het is niet de plek waar je zit, het gaat erom wat er van binnen leeft. Dat klinkt logisch, maar zolang je dat niet bewust bent dóe je gewoon. Verhuizen was mijn manier om niet te hoeven voelen. Nouja, één van mijn manieren. Een soort favoriete vermijdingsstrategie. Elk vertrek was een soort vlucht. Een afleiding die ik voor mezelf goed kon praten, al deed ik dat niet eens bewust – want verhuizen is ‘avontuurlijk’, ‘een nieuwe stap’. Maar ondertussen vermeed ik het échte werk: voelen wat ik voelde. Blijven. Zitten met mezelf. Stilte toelaten. En vooral: angst toelaten. Want dat vind ik nog steeds moeilijk. Het voelt als de enige emotie die me echt kan overspoelen. Het is de emotie die niet mocht bestaan in mijn jongere jaren en het valt niet mee om daar alsnog een fijne relatie mee op te bouwen 😉

Het verlangen naar vrijheid was er altijd en presenteert zich in allerlei vormen. Maar ik zocht die vrijheid wel vooral buiten mezelf. De echte vrijheid – die van binnen – blijft onbereikbaar zolang je blijft wegrennen. Ironisch eigenlijk, dat je moet gaan stilstaan om echt in beweging te komen, om verandering teweeg te brengen.

En nu? Ik durf inmiddels meer te voelen. Ik sta vaker stil bij wat er in mij gebeurt. Laat de stilte vaker toe. En dat voelt als groei. Maar ik merk ook: ik word nog steeds getriggerd. Ik vermijd nog steeds dingen – al probeer ik het niet meer te laten bepalen hoe ik leef. Echt vrij voel ik me nog niet. Maar ik ben onderweg.

En juist nu, na zeven jaar op dezelfde plek te wonen – wat voor mijn doen bijna een eeuwigheid is – begint het weer te kriebelen. Ik wil verhuizen. Mijn hoofd somt de redenen op: het is hier rumoerig, dag en nacht. Ik heb geen tuin, alleen een zitje op de galerij. De kat kan niet echt lekker naar buiten.

Zijn dit geldige argumenten? Of zijn het weer dezelfde excuses om weg te gaan? Ontsnappen, verpakt in logica?

Ik weet het niet zeker. Misschien is het een beetje van allebei. Misschien mag ik best verlangen naar een andere plek zonder mezelf meteen te verdenken van weglopen. Misschien is het verschil dat ik het me nu afvraag. Dat ik mezelf die vraag durf te stellen: loop ik weg, of kies ik bewust? Misschien is dát het verschil: niet of ik verhuis, maar of ik durf te blijven – in mezelf.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.